Nellie leert jongens op Summercamp de Nederlandse taal: “Het is een hele andere winter geworden dan ik had verwacht.”

In het najaar van 2022 kregen Nellie de Bokx en haar collega’s op Summercamp Heino de vraag of zij deze winter konden blijven werken. Een groep van 150 minderjarige asielzoekers zou naar Summercamp komen. Nellie vertelt: “Het was belangrijk dat de jongens ook na schooltijd wat te doen hadden. Daarom zouden mijn collega’s van recreatie en ik in eerste instantie zorgen voor een programma.”

Nellie werkt als outdoor-coördinator van het outdoor-park bij Summercamp Heino. “Er is een klimbos en klimtoren en je kunt er boogschieten en kanoën. Superleuk. Groepen die bij Summercamp verblijven doen hier veel activiteiten. Dat coördineer ik elke zomer. In de winter is het rustig en werk ik vaak administratie bij. Het is dus een hele andere winter geworden dan ik had verwacht.”

Tekort aan docenten

Door een tekort aan docenten lukte het niet om de jongens meteen scholing te bieden toen zij aankwamen op Summercamp. Nellie vertelt: “Daarom hebben we dit zelf maar opgepakt. Zo hadden ze een dag-invulling én leerden ze alvast wat Nederlands. We hebben zelf een programma gemaakt en deze tot de kerstvakantie gevolgd. Elke dag kregen de jongens Nederlands-les van ons en gingen we sporten. Voetbal vinden ze fantastisch.”

Vertrouwen winnen

“In het begin was het wel echt wennen. Je weet niet wat je kunt verwachten. Hoe zouden die jongens zijn? Door initiatief te tonen en een beetje dapper te zijn konden we het ijs breken. De jongens komen namelijk niet uit zichzelf naar je toe voor een gesprek. Je moet toch hun vertrouwen winnen. Maar zodra je dat hebt en ze je kennen, is het heel leuk. Toen zag ik dat het echt lieve jongens zijn, die ook graag een goede toekomst willen. Inmiddels hebben we allemaal een eigen groep, een soort mentorgroep. Deze groep heb ik goed leren kennen, en zij mij. Ik weet wie ze zijn en wat ze nodig hebben.”

Handen- en voetenwerk

“Wat het meest lastig is, is toch wel de taal. In mijn groep zitten 6 nationaliteiten. Sommigen spreken Engels en kunnen vertalen voor anderen. Maar anderen spreken die taal dan weer niet. Het is echt handen- en voetenwerk, dingen laten zien en Google Translate. Als ik bijvoorbeeld wilde uitleggen wat een leeuw was, dan zocht ik een plaatje op en liet deze zien. Zo probeerden we creatief te zijn daarin. Onze lessen bestonden vooral uit opdrachtjes, zoals lijnen trekken tussen het woord dat past bij het plaatje, dingen schrijven en tekenen op een bord en woordzoekers maken.”

Les van het Carmel College

Sinds januari krijgen de jongens les van docenten van het Carmel College. Een aantal huisjes zijn omgebouwd tot lokalen, waar docenten samen met de recreatiemedewerkers van Summercamp de Nederlands-lessen verzorgen. Nellie: “Ze hebben nu werkboeken en leesboeken gekregen, waar ze ook zelfstandig in kunnen werken. Ook wordt er klassikaal gelezen. De jongens zijn nu ingedeeld op hun niveau. Jongens die al goed Engels kunnen en bijvoorbeeld al eerder Nederlands les hebben gehad, zitten in de eerste groep. Jongens die analfabeet zijn en meer hulp nodig hebben zitten in de laatste groep.”

Chillen in de recreatieruimte

Naast Nederlands lessen en sport zorgt Nellie samen met haar collega’s ook voor vermaak op het park. “We hebben een recreatieruimte ingericht waar de jongens kunnen chillen. Er staat een pooltafel, tafelvoetbaltafel, een airhockeytafel. En er is natuurlijk muziek. We doen vaak kaartspelletjes die ze kennen uit hun eigen cultuur en ons dan gaan leren. Het blijven pubers natuurlijk. Als je zoveel jongens bij elkaar zet, dan gebeurt er ook wel eens wat. Ze halen grapjes met je uit, of komen te laat in de les. Of ze lopen tijdens het eten een extra rondje voor een hamburger. Ze maken vrienden en spreken met elkaar af.”

Vooroordelen

“Wat ik de afgelopen maanden heb geleerd is dat mensen toch snel vooroordelen hebben. Je hoort in je omgeving: asielzoekers? Liever niet hier. Maar als je met ze werkt, gaat er een wereld voor je open. Ze zijn respectvol en willen graag dat je ze helpt. En jou ook helpen. Wat deze jongens meegemaakt hebben tijdens hun vlucht en nu zijn in een land dat zij niet kennen; dat kunnen wij ons niet voorstellen. We nemen soms echt voor lief wat we zelf allemaal wel niet hebben.”