MijnPlein-lezing 2019
Luistervinken, visiemakers. Gaat een belletje rinkelen bij deze woorden? Misschien als u in de gemeente Raalte woont. Het zijn termen die passen bij de veranderende rol van de gemeente Raalte in onze gemeenschappen.
Waarom? Dat leg ik uit en ook waarom dat relevant is voor vanavond. De gemeente moet een nieuwe visie op de fysieke leefomgeving maken, dus over onze dorpen, ons buitengebied. Wat vinden we belangrijk?
Vroeger zouden we een visie hebben geschreven in het gemeentehuis en vervolgens in een zaaltje, zoals deze, een gesprek hebben gehad met een handvol geïnteresseerden. En de gemeenteraad had uiteindelijk hierover gesproken en een ei gelegd. Nu niet meer.
Luistervinken en visiemakers: onze luistervinken zijn ambtenaren en inwoners die hebben geluisterd en gesprekken hebben gevoerd in onze gemeenschappen, waar onze inwoners zijn: de supermarkt, de snackbar, de voetbalvereniging, de oud papier inzamelpunten. Om te vragen wat ze belangrijk vinden in onze omgeving?? En dat hebben we ook online gedaan. 1100 inwoners hebben ons verteld wat ze belangrijk vinden.
Op basis van deze input en de input van onze experts in het gemeentehuis is nu een tweede ronde gaande om van alle input te komen tot een echte visie met heldere keuzes. De visiemakers doen dat. Geen ambtenaren, maar 115 inwoners, redelijk verdeeld over de dorpen, leeftijden en achtergronden die samen met elkaar moeten komen tot een visie. Maar ik denk wel voornamelijk HBO.
Een spannend proces, en compleet anders dan 5 jaar geleden hadden gedaan. De participatiesamenleving in actie. En we zien dit op allerlei terreinen in onze gemeenschappen. Soms aangejaagd vanuit de gemeente, bijvoorbeeld nieuw beleid voor groen, economie, zorg of verkeer. Maar ook vaak vanuit de samenleving, zoals de dorpshuizen, Ozoo-Verbindzorg, het Bouwhuisplein in Broekland, zonnepark in Heeten of zorgappartementen in Mariaoord in Luttenberg.
Participatiesamenleving en de geschiedenis
Over deze participatiesamenleving, wat dat betekent voor inwoners en de overheid en het belang burgerschap zal ik spreken vanavond.
En we hebben het hierover als gevolg van een veranderende samenleving. We zijn al met bijna 17,4 mln. Inwoners, welvaart is enorm gestegen, vrouwen werken, opleidingsniveaus zijn onvergelijkbaar met vroeger, de verzuiling is bijna weg, individualisering kwam ervoor terug met ook hele mondige inwoners, mondialisering, technologische vooruitgang, sociale media. U kent deze lijstjes.
En soms verandert de wereld heel weinig, helemaal in Salland: de timmerweek/timmerdorp bestaat nog steeds en bij verjaardagen zit je nog steeds in een kring met de mannen en vrouwen aan beide kanten. Maar ook is onze grondwet amper aangepast en ons parlementair stelsel is bijna hetzelfde als 100 jaar geleden. En onze gemeenschapszin in Salland blijft sterk.
Er is veel in beweging. De uitdaging is om mee te veranderen waar dat moet en het goede ook te bewaren.
Een belangrijke trend in mijn wereld is die participatie samenleving. En dat gaat over een nieuwe gelijkwaardige relatie tussen inwoner en overheid. Over andere vormen van zeggenschap en democratie, andere rollen en verantwoordelijkheden. En dat is heel goed, want deze relatie is niet statisch, is altijd aan verandering onderhevig geweest.
De betrokkenheid van burgers of inwoners is in de laatste eeuwen enorm veranderd. En de rol van de overheid is erg veranderd. En dus moet de interactie tussen inwoners en overheid ook blijvend veranderen.
Als inwoners was je heel langs niets, je had geen invloed, geen zeggenschap en deed wat werd verlangd. Je was een instrument van anderen, heel hiërarchisch. En de e tijd van de adel en de horigen, van revoluties tegen koningen, of de opkomst van dictaturen, ook in Europa, is soms slechts tientallen jaren, Spanje, Griekenland.
De interactie tussen inwoners en overheid verandert door de context die verandert als gevolg van trends die ik noemde. In de 19e eeuw verandert veel door de industriële revolutie, o.a. onze grondwet in 1848, maar ook toenemende zorg voor armen, zorg voor kinderen, zorg voor onderwijs. In 1919, dit jaar pas 100 jaar geleden, werd het algemene kiesrecht voor alle inwoners, mannen en vrouwen, ingevoerd. Toen nog vanaf 23 jaar. Daarvoor stemde het grootste deel van de bevolking überhaupt niet. Werd inwoners niets gevraagd
In de eerste 50 jaar daarna werd de betrokkenheid en zeggenschap vooral via de zuilen vormgegeven. Voormannen: de dominee, de pastoor, de directeur van school, de burgemeester, u en ik dus, hadden het voor het zeggen, en de rest volgde. De rol van de overheid was tot de oorlog ook beperkt. Veel werd opgepakt door de zuilen zelf.
Na de oorlog veranderde dit enorm. De wederopbouw en de introductie van de sociale zekerheid in de jaren 50 waren aanjagers van een overheid die alles bepalend was: “Wij weten wat goed is”. Een samenleving met dominante zuilen en een bepalende overheid zorgde dat de hiërarchische samenleving bleef bestaan. Als individueel inwoner had je nog steeds weinig te zeggen. Je stemde volgens de zuil en dat was het. Niet voor niets kwam D66 op in 1966.
De zuilen verdwenen langzamerhand, maar ook werd de sociale zekerheid veel te duur en leidde tot inactiviteit bij velen, bijv. de WAO van Kok. Dus in de jaren 80/90 werd het marktdenken dominant met de markt als efficiënte leverancier van publieke goederen als openbaar vervoer, zorg, zelfs onderwijs. De overheid moest ook als een bedrijf werken met klanten.
Sinds 2000/2010 begint dit te kantelen: individualisering gaat door en de gemeenschap komt terug in het discours, de markt levert ook vaak niet en de roep om een stevige overheid komt soms ook terug, 1x per vier jaar stemmen is niet meer genoeg, burgers willen veel meer meedoen. Door de context, de trends, verandert de samenleving van een hiërarchische samenleving die verticaal is georganiseerd naar een netwerksamenleving die horizontaal is gestructureerd. En best snel. Veel nieuwe spelers die zich willen bemoeien met die samenleving. In 2013, in de troonrede, benoemde de Koning dit als de participatiesamenleving.
Participatiesamenleving en de toekomst
We spreken veel over dit onderwerp. Met prachtige termen: doe-democratie, burgerparticipatie, energieke samenleving, participatieve democratie etc. Dikke rapporten van de Raad van het Openbaar Bestuur en het Sociaal Cultureel Planbureau. Bijna alle gemeenten zijn hiermee bezig.
Ook het onderwijs is er druk mee bezig via het burgerschapsonderwijs. Het wetvoorstel van Minister Arie Slob over “Verduidelijking burgerschapsopdracht in het funderend onderwijs”. Ik las een internet consultatie van curriculum.nu over burgerschapsonderwijs, maar ook best veel artikelen in vakbladen en nationale kranten over de nieuwe wet.
Het leeft bij gemeenten en onderwijs, maar volgens mij praten we nooit samen over dit onderwerp terwijl we allebei cruciaal zijn. En daarom dit thema vanavond in uw midden.
Die participatiesamenleving is een hele andere manier om maatschappelijke opgaven of hippe wetenschappelijke term “Publieke Waarden” samen te gaan realiseren. Inwoners en overheid samen. Opgaven als een veilige leefomgeving, armoedevrije samenleving, gezonde burgers, en concreet vormgegeven via mooie voetbalvelden, openluchtzwembaden, onderhouden openbare ruimte, prettige dorpshuizen etc.. Maar ook regionale uitdagingen als de economie in de Triple Helix met overheid, ondernemers, onderwijs.
En dat is een uitdaging, want in de interactie tussen inwoner en overheid moeten beiden veranderen om optimaal vorm te geven aan die samenleving.
Door de grote aanwezig overheid in de jaren 50-80 die wist “wat goed was” en van de markt van 90-00 waar de inwoner een vragende klant was is de oplossing voor collectieve vraagstukken en problemen veel te ver af komen te staan van inwoners.
Veel inwoners voelen amper verantwoordelijkheid voor hun omgeving, laat staan problemen verder weg. Ze wijzen naar de overheid als overlast of problemen zich voordoen en voorzieningen onvoldoende worden geleverd. Inwoners gedragen zich best vaak als consument of cliënt, vragen vooral en reageren erg mondig als het hen niet zint. Alsof de overheid, de gemeente de vijand is. U zult dat vast herkennen in het gedrag van sommige ouders.
En de overheid denkt nog steeds heel vaak de eigenaar te zijn van het probleem, de uitdaging, de maatschappelijk oplossing en degene die weet wat de oplossing is. Wij praten nog steeds in jargon, verschuilen ons achter juridische redeneringen en beleid, doen net alsof inwoners niets toe te voegen hebben: “Wat weten zij nou?”.
Zie hier: verwijdering, teleurstelling, mislukking, dalend vertrouwen in de politiek.
Samenleving
Ik vind dat de hele samenleving de eigenaar van de publieke zaak moet zijn. Samen het probleem, vraagstuk of wens van inwoners gaan oppakken, niet langer primair de overheid, de markt of de zuil. Hierbij gebruikmaken van de enorme kennis, kunde en energie in de samenleving.
De Raalter politiek omarmt dit in het raadsakkoord, het Roalter akkoord: “De rol van de gemeentelijke overheid ten opzichte van de samenleving is veranderd van een klassieke verzorgingsstaat naar een participatiesamenleving. We willen toegroeien naar een nieuwe verhouding tussen gemeente en samenleving, daarbij gebruik maken van de kracht van onze inwoners.”
Dit is makkelijker gezegd dan gedaan, ook gezien de houding van inwoners en overheid, zoals ik net aangaf.
In gemeenteland zijn we er druk mee bezig met onszelf, wat is onze rol. De rol van de gemeenteraad, de rol van wethouders, de rol van ambtenaren. Wat moeten we allemaal doen om de inwoners meer aan zet te laten zijn, welk gedrag moeten we afleren, en welk gedrag moeten we aanleren. Cursussen, experimenten, leerarena’s, congressen, boeken. Het voorbeeld van de Luistervinken is beeldend van deze zoektocht.
Maar ik merk meer en meer dat we een groep onvoldoende benoemen: de inwoners. En dan bedoel ik alle inwoners. Wie leert hen eigenlijk te participeren in deze participatiesamenleving? Wie traint hen in nieuwe methoden van werken, wie leert hen om initiatieven tot een succes te maken? Wie leert hen om daadwerkelijk mee te doen, zodat alle inwoners in principe worden gehoord? Wiens verantwoordelijkheid is dat eigenlijk zonder betuttelend te worden. Hoe worden we een lerende samenleving?
In de gemeente Raalte zien we veel energie in de samenleving, bij inwoners. Maar we zien wel dat deze energie niet evenredig is tussen de verschillende dorpen, en niet evenredig tussen verschillende thema’s. Sommige dorpen lopen voorop, zoals Luttenberg en Broekland, en andere dorpen moeten nog wennen, zoals Laag-Zuthem en Heino en Raalte. En dat zien we natuurlijk nog veel meer in steden waar sommige groepen en wijken helemaal zijn afgehaakt.
De WRR maakt onderscheid in vier burgerschapsstijlen: Verantwoordelijken (30-35%): kunnen en willen participeren, Volgzamen (15%): willen wel, maar kunnen niet, Pragmatici (25-30%), kunnen wel, maar voelen zich niet uitgedaagd om mee te denken en doen, Critici (25-30%): willen en kunnen niet participeren.
Het SCP gaf bijvoorbeeld in 2018 aan dat 60% van de Nederlandse bevolking geïnteresseerd is in politiek, maar dit neemt af, en vooral bij laagopgeleiden. De waardering van de politiek staat ook enorm onder druk. In Raalte is het percentage vrijwilligers in georganiseerd verband 43% (landelijk rond de 25-30%) en überhaupt iets voor een ander gedaan 52% (landelijk 45%). Dus de helft, ook bij ons, doet niets. Veel potentieel.
En dat zien we eigenlijk ook in verkiezingen, boze kiezers. Dat zien we ook bij maatschappelijke discussies: gele hesjes, boze mensen bij AZC’s. Maar een heel deel van onze samenleving voelt zich niet gehoord en heeft onvoldoende kennis en vaardigheden om dit kenbaar te maken.
En daar zit de echte uitdaging om de participatiesamenleving een realiteit te laten worden. Hoe krijgen we een lerende samenleving waarin iedereen meedoet? En die verandering begint bij de kinderen.
Burgerschap
Burgerschap en burgerschapsonderwijs is daarom nog nooit zo belangrijk geweest als nu, en voor de toekomst. Veel ouderen gaan we niet meer veranderen, maar kinderen kunnen nog worden gevormd. Die moeten de kennis en vaardigheden meekrijgen om volwaardig deel te nemen aan die participatiesamenleving.
We zien, en denk ik terecht, zorgen over het niveau van deze kennis en vaardigheden, en ook een tweedeling. En ik ben erg benieuwd naar uw visie.
Oud-Minister Remkes heeft als voorzitter van een eminente Staatscommissie “Parlementaire stelsel” ook hiernaar gekeken. En constateert: “de verschillen in kennis over burgerschap zijn in Nederland veel groter dan in andere westerse landen. Een derde van de scholieren heeft veel kennis, een derde juist weinig tot heel weinig, en derde er tussenin. En meisjes veel meer dan jongens. En kinderen uit gezinnen met laagopgeleide ouders minder dan gezinnen met hoogopgeleide ouders. Vwo-jongeren doen op school positieve ervaringen op met praktische democratie en vmbo-jongeren amper.”
Maar het goede nieuwe is dat dit niet statisch is, dus we hebben samen invloed op deze houdingen en verhoudingen. Het verdient dus echte aandacht. En u heeft hierin een cruciale rol. Het kabinet is zoals ik noemde ook bezig met een wetsvoorstel “Verduidelijking burgerschapsopdracht in het funderend onderwijs”.
Het zit straks in de uitvoering wat de wet ook precies zal zeggen. Ik zou het graag zien als een gedeelde verantwoordelijkheid, van het gezin, van de buurt, van vrienden, van media, van u, van mij, van ons allen.
Voor mij is de essentie tweeledig.
- We leven in een democratie en wat betekent dit.
- We leven in een Sallandse gemeenschap en wat betekent dat?
Democratie is veel meer dan verkiezingen. Het is veel dieper. De journalist Marcel ten Hooven heeft een heel goed boek geschreven “De ontmanteling van de democratie” en hierin definieert hij de democratische rechtstaat als de georganiseerde kunst van het samenleven.” Hij zegt ”De democratische rechtstaat is de institutie die mensen in het leven hebben geroepen om niet redeloos tegenover elkaar te staan. Hoe beter hij op orde is, hoe groter de kans dat mensen zich in de samenleving senang voelen en met elkaar kunnen leven.” Vrijheid, gelijkheid, omgaan met diversiteit, tolerantie, respect voor minderheden, de rechtstaat, kunnen luisteren en beargumenteren. Paar losse termen die speels invulling moeten krijgen.
Sallandse gemeenschap noem ik specifiek want onze eigen context is belangrijk. En dat is Salland. En leven in een Sallandse gemeenschap is in essentie noaberschap. We doen het samen, we voelen ons allemaal verantwoordelijk voor onze omgeving, onze naaste, en zetten ons allemaal in. Dat moeten we uitstralen aan nieuwkomers van buiten Salland, maar ook aan onze kinderen. En tegelijk voorbereiden om een wereld buiten Salland.
En wat mij betreft is dit een collectieve opdracht voor ons allen. Ik ben positief, want we doen al best veel samen met het onderwijs. Bezoeken aan het gemeentehuis, rondom 4 mei het project Gedenken en Herdenken met de jeugdburgemeester, het 4VWO-debat, vraaggesprekken en debat met de burgemeester tijdens maatschappijleer op het Landstede en de plaatsing van het stembureau en politiek debat op die school.
Afgelopen jaar ben ik dan ook dit thema gaan bespreken met het Carmel College, en dat leidde al tot een Carmel debat waaraan niet alleen VWO-ers deelnamen, maar ook tot enkele projecten die leerlingen voor de gemeente kunnen uitvoeren, zoals herinrichting van een nieuwe wijk, of een verkeersoplossing bij de Leere Lampe. De aanhaking van het vmbo is hierin essentieel.
En ook onze samenwerking met het basisonderwijs krijgt een impuls door de Kindergemeenteraad. De gemeenteraad van Raalte, of specifieker Mark Kampman en Irene van der Vegte, zijn initiatiefnemer en uitwerker van het idee van een Kindergemeenteraad voor basisscholen in Raalte. Het doel is om kinderen van groep 7 en 8 op een speelse manier in aanraking te brengen met de politiek. Het bevat een lesprogramma, hulp van raadsleden en de dag van de kindergemeenteraad waar concrete voorstellen worden gepresenteerd door de kinderen. Het beste voorstel met de meeste steun van de kindergemeenteraad krijgt 2500 euro om uit te voeren. Mark en Irene zijn ook aanwezig, want ik vind dit prachtig passen in de ambities van Raalte. En leuk dat zoveel scholen enthousiast reageren. Schiet ze aan!
Ik geloof dat we onze samenwerking verder kunnen verdiepen. Wij weten veel over onze gemeenschap en democratische waarden. U weet veel van onderwijs, didaktiek, leerlijnen en uw leerlingen. Samen is 1+1 is 3.
Ik sluit dan ook af met het pleidooi voor een Sallands burgerschapsoffensief van het primaire onderwijs, voortgezette onderwijs, beroepsonderwijs samen met de gemeente en anderen. Samen werken om onze jongere inwoners in hun kracht te zetten, en voor te bereiden op de toekomst in de participatiesamenleving.
Dank u wel.