Maaien

We maaien op veel plekken in de gemeente: speelvelden, gazons, bermen, wadi’s, sloten en vijvers. Wanneer en hoe vaak we dat doen, hangt af van de plek en het doel. Hieronder lees je er meer over.

Minder maaien voor meer biodiversiteit

Op sommige plekken maaien we minder vaak. Dat doen we om de natuur te helpen. Minder maaien zorgt voor meer bloemen, insecten en andere dieren. We maaien grasvelden meestal 1 of 2 keer per jaar. Soms slaan we een strook over. Zo krijgen bloemen en kruiden de kans om te groeien. De randen langs wegen en paden maaien we wél wekelijks. Zo blijft er genoeg ruimte om te lopen of de hond uit te laten. Het gras dat we maaien, voeren we vaak af. Hierdoor wordt de grond armer, en dat helpt bloemen en kruiden om beter te groeien. Het kan wel een paar jaar duren voordat je dit goed ziet.

Bekijk op de kaart waar we maaien:

Wat maaien we?

Speelvelden en gazons

Speelvelden en gazons worden veel gebruikt, bijvoorbeeld om te spelen of te sporten. Daarom maaien we deze grasvelden elke week.

Wadi's

Een wadi is een grasveld dat helpt bij de opvang van regenwater. Bij veel regen stroomt het water hiernaartoe, zodat het langzaam in de bodem kan zakken. We maaien wadi’s vier keer per jaar: in mei, juli, september en november. Het gras voeren we dan af.

Bermen in het buitengebied

De bermen in het buitengebied maaien we één keer per jaar, in november of december. Het gras laten we liggen. Voor de verkeersveiligheid maaien we de eerste meter langs de weg ook in mei of juni. Ook op hoeken en kruisingen maaien we dan extra, zodat je goed zicht hebt in het verkeer.

Sloten en vijvers

In het buitengebied maaien we twee soorten sloten:

  • Korfsloten maaien we elk jaar. Het gras voeren we dan af.
  • Klepelsloten maaien we eens per twee jaar. Hier blijft het maaisel liggen. Dit verteert vanzelf en maakt de bodem rijker.

Grasaren en honden

In de zomer groeien er op sommige plekken grasaren, zoals Kruipertje en IJle Dravik. Dit zijn stekelige grasjes die kunnen vastzitten in de vacht van je hond. Ze kunnen in de neus, oren, ogen of huid terechtkomen en daar voor ontstekingen zorgen.

Grasaren groeien goed op plekken waar veel hondenpoep ligt. Daarom is het belangrijk om hondenpoep altijd op te ruimen. Controleer na elke wandeling de vacht van je hond en verwijder grasaren met een pincet. Twijfel je? Ga dan naar de dierenarts.

Zie je ergens grasaren groeien?

IJle Dravik en Kruipertje